De menselijke maat in de zorg. Ik zie het onderwerp voorbijkomen in het nieuws en op social media. Maar wat betekent het? Als antwoord wordt gegeven de zorg moet menselijk worden? Oké, en wat houdt dat dan in? Op basis van juridische know-how en werkervaring kan ik hierover een inhoudelijke visie formuleren. Maar wat ik wel eens vergeet – vanwege de waan van de dag, werk dat roept, artikelen die gelezen moeten worden – is mijn persoonlijke menselijke maat. Voor wie doe ik eigenlijk dit werk en waarom? Waarom draag ik de zorg zo’n warm hart toe?
En dan blijkt de menselijke maat opeens heel erg dichtbij te vinden te zijn, namelijk mijn vader. (Helaas niet meer onder ons.) Als jongeman is hem iets overkomen waardoor hij een incomplete dwarslaesie ontwikkelde, met alle lichamelijke beperkingen van dien. Ik groeide op in een gezin, waarvan ik me nu op volwassen leeftijd pas realiseer, dat dit eigenlijk geen normaal gezin was. Maar ik ervaarde het wel op deze manier, ik wist niet beter, het was gewoon zo. En ondanks (of is het dankzij?) de lichamelijke beperkingen deed mijn vader er alles aan om te excelleren in de dingen die hij wel nog kon. Zoals op hoog niveau de handboogsport beoefenen, regelen dat hij beschikte over de beste hulpmiddelen (rolstoel/handbike) om mobiel te blijven en vervolgens nog zijn eigen menselijkheid tonen naar een naast familielid door stamceldonor te zijn. Het is niet de bedoeling om hiermee een gevoelige snaar te raken of empathie op te roepen, zeker niet. Wat ik wil zeggen is dat iedereen in zijn of haar omgeving wel zo’n menselijke maat in de zorg kent, van wie we nog wat kunnen leren, die ons inspireert en ons motiveert in ons dagelijks leven. Heel persoonlijk dus.
Als ik tijdens het werk begin te merken dat ik op de automatische piloot begin te geraken, dan denk ik aan mijn menselijke maat. Maar ook weer breder dan dat, de mens in het algemeen achter het juridische vraagstuk. Vandaaruit wil ik handelen. Het zijn de regels waar ik mij dagelijks mee bezighoud, maar het vraagstuk betreft de mens.
Ik wijs graag naar het schilderij dat bij deze bijdrage is geplaatst. Het is “Frau vor untergehender Sonne” van Caspar David Friedrich (1774 – 1840), schilder uit de periode van de Romantiek. Hij paste de menselijke maat toe in zijn schilderijen, hij portretteerde personen veelal op de rug in een zodanige positie dat de toeschouwer niets anders kan doen dan zich te identificeren met de persoon op de afbeelding en zich af te vragen wat hij of zij ziet of denkt. Daarom als inspiratie: met wie identificeert u zich bij de menselijke maat in de zorg?
Foto: Caspar David Friedrich, Frau vor untergehender Sonne, (omstreeks 1818), olieverf of doek, Museum Folkwang, Essen, Duitsland.
Naschrift: het bovenstaande is geschreven vanuit persoonlijke interesse voor kunst en kunstgeschiedenis en een vrije interpretatie daarvan ten behoeve van mijn juridisch advieswerk.